Jobcoach
Sinds enkele jaren heb ik een jobcoach. Deze jobcoach helpt mij op mijn werk vooral door er te zijn als luisterend oor en sparringpartner. Ik ben blij dat deze vorm van hulp er is, echter zijn de verwachtingen hiervan soms wat te hoog gespannen. Hij verricht geen wonderen, maar ik kan er toch niet zonder.
Omdat ik pas laat het labeltje ‘autisme’ kreeg, heb ik eerst jarenlang gewerkt zonder deze hulp. Dit ging niet altijd goed. Het aantal functies waarbij mijn contract niet werd verlengd is niet op één hand te tellen. Ik kan me een functie herinneren waarbij ik de proeftijd niet doorkwam, omdat ik met iedereen in discussie raakte. Ik was het niet eens met de keuze van de radiozender, ik was het er niet mee eens dat het raam open moest, dat de deur open moest, enzovoorts. Als ik in die tijd een coach had gehad, had ik al deze discussies met hem kunnen voeren en zo mijn frustraties bij hem kunnen uiten of met hem een oplossing kunnen bedenken. Dat is toch wel het prettigste, tegen je jobcoach kun je alles zeggen. Tegen je leidinggevende niet. Echter, mijn leidinggevende ziet mijn coach soms als een wondermiddel. Zo ver wil ik niet gaan, zeker niet. Zo was het vorige wonder ineens verdwenen een paar maanden terug. Ze had een nieuwe functie gevonden en was plotsklaps weg. De band die ik in de afgelopen jaren had opgebouwd, alles was ineens weg en met een nieuwe jobcoach moest ik weer op 0 beginnen. Ik realiseerde me weer dat ik maar gewoon een client ben en dat ik van een jobcoach alleen hulp mag verwachten wanneer dit past in zijn of haar agenda, verder niet.
Ik ben een behoorlijk open boek, maar de hulp die een coach kan bieden heeft dus een grens. Mijn privé situatie kan hij niet veranderen, mijn autisme kan hij niet uitzetten of oplossen. Ik zie een jobcoach daarom meer als een pleister. Zeer belangrijk, essentieel zelfs. Zonder pleister zou een wond nog erger kunnen worden. Maar de pleister geneest de wond niet echt.